Transmissie van infecties via bloed en bloedproducten wordt vermeden door zuinig gebruik van bloed, door bloeddonors te selecteren op afwezigheid van risicovol gedrag, door elke donatie te testen en door micro-organismen te verwijderen of te inactiveren. De kans om via bloed toch nog hiv, hepatitis B-virus (hbv) of hepatitis C-virus (hcv) op te lopen wordt voornamelijk bepaald door het optreden van windowinfecties, waarbij de bloeddonor zo recent besmet is dat de screeningstest nog negatief is. Deze kans bedraagt in Nederland voor hiv en hcv ongeveer 1 op 10.000.000 donaties en voor hbv ruim 1 op 500.000 donaties; bij ongeveer 800.000 donaties per jaar. Het terugdringen van dit restrisico kan alleen door bloeddonors er nog beter van te overtuigen dat ze risicofactoren moeten vermelden en niet moeten doneren als er sprake is van risicogedrag. Naast het risico van windowinfecties bestaat de mogelijkheid van importinfecties en van nieuwe inheemse bedreigingen, zoals de helaas bloedoverdraagbaar gebleken variant-ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vcjd).
Auteurs | Zaaijer, Prof.dr. H.L. |
---|---|
Rubriek | Thema artikel |
Publicatie | 2 maart 2010 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 4 - editie 1 - Nummer 1 | Infectieziekten |